Manu Keirse: ‘De dood laat ons bewuster leven’
Manu Keirse: ‘De dood laat ons bewuster leven’
Deel II van het interview met Prof. dr. em. Manu Keirse, klinisch psycholoog, doctor in de geneeskunde en dé specialist in België en Nederland als het over rouwverwerking en de laatste levensfase gaat. De corona crisis leidt niet alleen tot gezondheidsverlies, maar ook tot verlies van werk, inkomen, toekomstperspectief, sociale contacten en verlies van vertrouwen en veiligheid.
Wat doen deze verlieservaringen met de mens? Hoe kijkt hij aan tegen de maatregelen en welke adviezen heeft hij voor de burgers en de overheid?
Onlangs verschenen er wederom twee boeken van zijn hand: “Goed leven met kwetsbaarheid en beperking” samen geschreven met Dirk de Wachter, en het boekje “Het wonder van de kleine goedheid, in tijden van eenzaam sterven en beperkt afscheid” waarin een briefwisseling staat tussen hem en Leo Fijen over eenzaam sterven en de gevolgen van beperkt afscheid kunnen nemen in deze coronatijd.
Op dit moment deelt Manu Keirse zijn kennis en ervaring met de Belgische overheid inzake de wijze van aanpak en de gevolgen van de corona crisis, met de verwachting dat dit kan bijdragen tot meer inzicht in het menselijk gedrag en aan een wijziging van de koers.
Dit interview bestaat uit twee delen:
deel I “Geef mensen meer eigen verantwoordelijkheid”: de gevolgen van de maatregelen, angst en machteloosheid
deel II “De dood laat ons bewuster leven”
Inleiding vraag: U geeft aan dat de “deskundigheid van machteloosheid” vooral het niet kunnen omgaan met verlies en dood betreft. Mijn stelling is dat jongeren en ouderen meer kunnen leren over psychologie, het omgaan met emoties en onze gedachten en hoe we er voor elkaar kunnen zijn. Hoe we oprecht zuiver kunnen luisteren, niet om te adviseren of oordelen, maar om te begrijpen. Doodgaan is iets dat niet valt op te lossen, dat vindt men lastig in deze tijd. Hoe kijkt u daar tegen aan?
Keirse: “Jazeker, dat moeten wij gaan leren, evenals hoe we bemoediging voor elkaar kunnen brengen. Ik zou morgen een toets willen doen over de kennis die mensen hebben over verdriet en rouw. Dat zou beschamend zijn. Weet je waarom dit geen onderdeel op school is? Omdat men bang is voor het onderwerp en het niet binnen de vakken past die gegeven worden. Boven een school las ik eens het opschrift: “niet voor de school maar voor het leven leren wij.” Als dit de opdracht is van een school , leren voor het leven, dan hoort het omgaan met verdriet en rouw bij de schoolse opdracht en dient het ingeworteld te zijn in de hele structuur en visie van een school.
Het is heel begrijpelijk dat we zo weinig weten over omgaan met verlies, als je kijkt hoe wij leren. Jonge kinderen groeien op in een gezin en leren de taal spreken die hun ouders en mensen om hen heen spreken. Kinderen leren eerste stapjes te zetten door na te bootsen wat ze volwassenen zien doen. Zijn er woonkamers waar kinderen leren omgaan met dood en sterfte? Zowel docenten als ouders hebben niet geleerd erover te praten. Het is vrij normaal dat je bang bent voor iets waar je niet over geleerd hebt. En als er toch verdriet is, wat zien de kinderen dan? De volwassenen klappen dicht, ze ontkennen soms zelfs dat er verdriet is. Er komen vreemde mensen over de vloer en men is druk met regelen. En de kinderen staan een meter lager en worden niet gezien. Ze voelen zich eenzaam en in de steek gelaten. Waardoor verdriet angst creëert.
Gaan we wel behandelen?
Leren omgaan met verlies leidt tot de vraag in welke mate we technische mogelijkheden gaan benutten. Juist in deze tijd. Hoe ver gaan we, willen we wel het leven verlengen en mogen we wel sterven?? “Wat kunnen we nog doen” is voor artsen vaak de vraag. Terwijl men ook kan denken:” Zouden we nog wel een behandeling voorstellen?” Ik hoorde laatst een verpleegkundige zeggen: “de samenleving zou geholpen zijn als we de apparaten op een intensieve afdeling op tijd kunnen afzetten, in plaats te blijven doorgaan. “
Leren omgaan met verlies, verdriet en doodgaan
We dienen te gaan van interventie naar presentie. In mijn opinie is geneeskunde in de eerste plaats de mens die in contact treedt met een ander mens. Dat gaat vóór de introductie van een vak als technologie. Niet altijd direct tot behandelen overgaan, ga eerst het gesprek aan.
Er bestaat in België, waar het geneeskundig onderwijs toch op zeer hoog niveau staat, geen vast vak “Verliesverwerking” voor artsen. Het is een zeer populair keuzevak, studenten verzoeken geregeld dit verplicht te maken. De reactie van de universiteit is: “we kunnen studenten toch niet verplichten een vak te volgen over zo’n verdrietig onderwerp….” Daar zit de basis. Mensen zijn bang voor het onderwerp.
Ik werd uitgenodigd door een Nederlandse politie commissaris om te komen spreken voor het nationaal identificatie team. Ik had één uur voor mijn lezing, daarna begon de maaltijd. “Hebben deze mensen dan geen vragen? ”vroeg ik, “nee hoor, dat zijn allemaal stoere mannen tussen de 35 en 55 jaar. Die staan elke dag tot boven de knieën in de emoties, maar die praten er niet over. Ze zullen zeker geen vragen stellen. “. Na het uur bleken er toch nog vragen te zijn. “jullie hebben toch de rest van de avond vrij, kom om 19.45 terug, dan beantwoord ik nog wat vragen” gaf ik aan. “Ik ben om 01.45 vertrokken richting België…”.
Ik pleit er al jaren voor om na te denken over het levenseinde, voordat je er aan toe bent. Want als je er aan toe bent heb je er de kracht niet meer voor. Eenzaam sterven is niet nieuw, uit onderzoek dat ik gedaan heb, bleek dat in het grootste ziekenhuis van Vlaanderen 31 % van de ouderen, boven de 80 jaar dood werd gevonden, daar was niemand bij. Dat ging allemaal om verwachte sterfgevallen. 1 op de 3. Zelfs geen verpleegkundige of arts was aanwezig op het moment van sterven. Men mag dus niet alles aan corona wijten. We moeten nadenken hoe we omgaan met waarden en met het leven. En waarom spreken we niet eerder uit wat een ander voor ons betekent? Waarom wachten tot de uitvaart? Ook nadenken over je eigen dood. Hoe wil je herinnerd worden. Dat is bewust zijn van “hoe wil ik leven?”
Er is meer zorg nodig voor ons mentale welzijn
Meer aandacht voor emoties, verlies, en psychische problemen, kan ons behoeden voor onnodige, vooral somatische, interventies. Ik hoor de Nederlanders in de geestelijke gezondheidszorg voortdurend zeggen: “Ik moet een bepaald etiket op een patiënt kunnen leggen en dan krijg ik zoveel zittingen. En veel mentale zorg wordt niet vergoed.” Iedereen heeft daar last van in Nederland. Ik krijg patiënten uit Nederland hier in Vlaanderen, omdat ons systeem nog niet zo stringent is. En dan denk ik, beste mensen, hoe komt dat, dat iedereen daar last van blijft hebben? Als jullie collectief opstaan en duidelijk maken aan de Nederlandse overheid dat we op deze manier niet meer met mensen willen omgaan, dan zal dat veranderen! Maar jullie hebben nog niet de moed gehad om collectief op te staan!
In de somatische zorg kun je om het even welke ingebeelde futiliteit naar de arts gaan en wordt het terug betaald. En hoe meer je het inbeeldt, hoe meer somatische onderzoeken je krijgt. En mensen met rouw en verdriet komen ook geregeld met pijnklachten bij de arts. Maar de rugpijn en maagpijn genezen niet alleen met producten van de farmaceutische industrie. De overheid zegt vaak “als we de middelen hebben, zouden we het zeker doen”. Geloof mij, de middelen zijn er op het moment dat men morgen stopt met het terugbetalen van alle bewezen overbodige somatische onderzoeken in de gezondheidszorg. En het is bewezen dat 1/3 zeker overbodig is en nog eens 1/3 hoogstwaarschijnlijk overbodig. Als men stopt met zinloze medische interventies in de laatste 12 maanden van het leven terug te betalen, dan kan het budget voor de geestelijke gezondheidszorg maal 5 vermenigvuldigd worden!”
Inleiding vraag: We ervaren minder ruimte om onze eigen verantwoordelijkheid te pakken en er worden veranderingen door anderen aangebracht in ons leven. Het vertrouwen op het kunnen afronden van een studie of het vinden van een stage of baan is aan het afbrokkelen. Zoveel mensen zien hun inkomen achteruitgaan: middelbare scholieren, studenten, ondernemers, zelfstandigen en werknemers. Tevens is er onvrede over de beperkingen die opgelegd worden in het dagelijks leven en angst voor ziek worden en doodgaan. Mensen vereenzamen wanneer ze alleen thuis werken of nauwelijks sociale contacten hebben. Irritaties en ruzies nemen toe, vanwege verschil van inzicht en omgaan met de maatregelen. Men ervaart geen invloed op het beleid van de overheid, dat maakt ook weer machteloos.
Wat kan ieder mens zelf doen, op dit moment, nu men minder toekomstperspectief ervaart?
Keirse: “Ik noem dat de Kunst van het mogelijke.
Wat kan nog wel?
Mensen blijven doorgaan als ze een doel voor ogen hebben. De Weense psychiater Victor Frankl , die Auschwitz heeft overleefd zei “ je kon de innerlijke weerstand van een kampbewoner alleen vergroten als je hem in een doel kon laten geloven: iets wat hij na de bevrijding nog moest doen, iemand die op hem wachtte, een idee dat hij nog wilde uitvoeren”. Zo stelde hij vast dat er gevangenen bleven leven, terwijl ze volgens de statistieken allang gestorven moesten zijn, waarbij anderen snel aftakelden die geen doel voor ogen hadden.
Geef mensen een doel voor ogen. En dat doel kan je voor jezelf maken, of daar kan je een ander mee helpen. Binnen de beperkingen die er zijn.
Leg niet de boodschap alleen bij de overheid, stel de vraag wat kan elk van ons doen. Het is een collectieve verantwoordelijkheid.
Als je met de dood voor ogen leeft, kan dat een uitnodiging zijn om bewuster iets van het leven te maken.
Help elkaar bijvoorbeeld om een nieuwe structuur te maken. Waarin ook ruimte is voor sociaal contact. Deze crisis kan leiden tot het scherper zien hoe we onze samenleving anders moeten gaan inrichten. We kunnen samen zorgen voor deze nieuwe samenleving waarin bijvoorbeeld andere arbeidssituaties zijn. Werk is ook structuur van leven en een vorm van verbondenheid. Een werkplek dient een plek van ontmoeting zijn, terwijl we er inmiddels achter zijn dat het werk zelf ook deels op een andere plek gedaan kan worden.
En in die nieuwe wereld dienen we aan de beheersbaarheid van dingen te ontsnappen. Wij burgers, maar ook de overheid dienen te realiseren dat niet alles beheersbaar is. Hoe kunnen wij anders omgaan met leven, leeftijd, ziekte en de naderende dood. Dit omgaan met machteloosheid is een verantwoordelijkheid van ons allen!
We dienen te gaan van interventie naar presentie.
Dat betekent het gesprek aan gaan. Wat is zinvol en wat niet meer? Niet eerst ingrijpen, maar eerst contact maken, wat wil iemand, wat is mogelijk en vooral wat is wenselijk? In plaats van oorlogstaal met cijfers, dienen we te communiceren met voorbeelden. Iets dat je emotioneel aanspreekt, dat doet je stilstaan.
Toen ik directeur patiëntenzorg was in een ziekenhuis had ik één belangrijke boodschap voor de mensen: “Jullie zullen heel veel regels leren en heel veel afspraken. Zorg dat je die goed kent, want wij willen een kwalitatief goed ziekenhuis zijn. Maar: van alles wat je leert, mag je alles naast je neer leggen, als je daarmee kunt aantonen dat je hierdoor één patiënt of één familielid een betere zorg hebt kunnen geven. Als die regels een optimum van zorg in de weg staan, leg ze naast je neer. Zodat iedereen een optimale zorg krijgt. “
Geef medewerkers dus toestemming de regelementen te overtreden, met de juiste argumenten.
Kijk waar je wel invloed op hebt en pak hier je verantwoordelijkheid.
Laten we werken aan:
Verbinding en solidariteit.
De overheid kan doorgaan met deze maatregelen als de bevolking als een bende schapen stilzwijgend achter de herder blijft lopen. Dus hoe meer we de bevolking bewust maken, hoe groter de kans dat we van overheidswege ook zinnige maatregelen gaan krijgen.
We kunnen de regering helpen om van koers te veranderen zonder gezichtsverlies te lijden, door mensen niet te wijzen op fouten die ze gemaakt hebben, maar ze te belonen voor het veranderde inzicht. Niet gaan hameren op aftreden, hier heeft de media ook een rol in. Meningen veranderen door te blijven toetsen aan elkaar.
Een niet onderschatte factor zijn de opinieleiders. Ik zou willen dat de media nadenkt over wat hun collectieve verantwoordelijkheid is. Het aandringen op aftreden lijkt meer op zichzelf profileren in plaats van de bevolking te willen informeren. Vooral negatieve boodschappen lijken nieuwswaarde te hebben. Als ik een bericht stuur naar media met een positief bericht, dan krijg ik het er niet in!
Voor de examenleerlingen van 2020, kunnen de scholen bijvoorbeeld komend jaar iets organiseren om hen weer samen te brengen. Rituelen rondom examenvieringen en het samenzijn met vrienden zijn cruciaal in de groei naar volwassenheid. Dit is zeer belangrijk voor de identiteitsvorming van jongeren.
Deze digitale generatie, die opgroeit met de gsm aan de pols, kan je met deze zelfde mobiel helpen om verbinding met elkaar te leggen en om hen bemoediging te brengen.
De kunst van het mogelijke is er ook aan het sterfbed.
Vraag wat iemand nog aan de familie wil meegeven. Je kan een stervende persoon bijstaan om vier dingen te zeggen :
Sorry, Ik vergeef je, Ik dank je en Ik hou van je
Als iemand kan helpen dat de vader tegen zijn zoon zegt, “ik heb u altijd heel graag gezien, maar ik heb nooit geleerd het te zeggen of te tonen”, dan geeft hij aan die zoon een waardevol geschenk mee voor het verder leven. En dat zijn dingen die wel kunnen. Geef leven aan het sterven!
Of noteer als verpleegkundige bijvoorbeeld hoe iemand afscheid heeft genomen, een zucht of een woord. Dat kun je overbrengen aan families.
Om de kunst van het mogelijke te onderzoeken, zullen we met elkaar moeten gaan praten.
En luisteren. En als je dat moeilijk vindt, schrijf het op en doe er iets mee.
Er zijn grofweg drie groepen mensen: zij die blindelings achter de maatregelen opvolgen, degene die kritisch blijven nadenken en de mensen die erg ver gaan in het zoeken van oorzaken en verbanden en klagen. We kunnen de collectiviteit op een positieve manier insteken door het klagen serieus te nemen. Luister naar het klagen! Laat mensen het uitspreken. Zolang mensen vol klachten zitten, komen er geen nieuwe ideeën in! Vertel eens waar je het allemaal moeilijk mee hebt. Vertel eens verder, vertel eens verder, wat nog meer….en dan is er ergens een einde aan die klachten litanie. En daarna kan de vraag komen ….wat zou JIJ anders willen en wat kan JIJ daar aan doen? En hoe kunnen anderen jou helpen en wat kan de overheid daaraan doen. En in die volgorde.
Wacht niet op de overheid, wacht niet op anderen, wat kan je zelf eraan doen?”
Deel I van het interview: https://feelz.nu/blog/manu-keirse-geef-mensen-meer-verantwoordelijkheid/