Zelfmoord, zelfdoding, suïcide, uit het leven gestapt….
Welke woorden gebruik je voor deze zo plotselinge, ingrijpende dood? Sinds 11 februari 2010 gebruik ik al deze termen door elkaar heen, afhankelijk van mijn toehoorder of mijn eigen gemoedstoestand. Deze dag was de wanhoop bij mijn broer zo groot, dat hij weg wilde van zijn problemen en daar slechts één oplossing voor wist.
Hoe je het ook noemt, zodra dit ter sprake komt, schrikt je gesprekspartner. In Nederland sterven jaarlijks ca 1900 mensen door zelfmoord. Meer dan de helft van de Nederlanders is wel eens in aanraking gekomen met suïcidaliteit. En 2 op de 3 Nederlanders ervaren een groot taboe op suïcide. (cijfers 113 zelfmoordpreventie)
Praten over (de wens tot)zelfdoding blijft ingewikkeld. Dat ervaren nabestaanden, hulpverleners, dierbaren die zich zorgen maken en de mensen die er over nadenken om het te doen. Naast praten kan schrijven ook een fijne manier zijn om over te brengen wat je voelt of meemaakt. Resi Lankester heeft in haar boek "Na de Val" veel treffende, nuchtere en emotionele woorden gevonden om de zoektocht van een achterblijver weer te geven. Doordat zij gevraagd wordt een interviewreeks met kinderen van “zelfmoordouders” te maken, gaat ze ook de dialoog met zichzelf aan. Haar vader sprong uit het leven toen ze 26 was.
Is "zelfmoord" wel de juiste term, is zo'n vraag die ze zichzelf stelt na een gesprek met één van de nabestaanden. “Nee, want zij wilde niet moorden” zegt één van de kinderen over haar overleden moeder. Het is één van de vele inzichten die Resi opdoet tijdens haar zoektocht: dat het eigen einde kiezen vaak een verlangen is naar rust en weg willen van de problemen, niet de wens om dood te zijn.
Ondanks, of eigenlijk juist dankzij de eerlijke beschrijving over hun relatie, vol tegenstrijdigheden, is dit boek een ode aan een lieve vader. Een intelligente man met ontzettend veel kennis over literatuur die compromisloos wilde leven, met zijn volle verstand en intense gevoelens.
Een overeenkomst in de levens van de geïnterviewden en Resi, is de enorme loyaliteit van de kinderen naar hun ouder toe. Waarbij ook een verwisseling van rollen af en toe intreedt. Resi beschrijft de onverbreekbare relatie tussen vader en dochter, die blijft na zijn dood. Was die er juist om wie hij was? Ze neemt ons mee in de moeizame pogingen om elkaar te kunnen begrijpen en om jezelf te blijven in de lastige positie waarin je je verantwoordelijk gaat voelen voor de ander.
De worsteling: hoe te reageren op iemand die zegt uit het leven te willen stappen, waar doe je goed aan? En zeker achteraf: de onontkoombare schuldgevoelens en gedachtes:” had ik maar”, “wat als….”. Wat heb ik gezegd of had ik moeten zeggen? Woorden die niet binnen dringen bij de persoon die niet meer wil, die blijven zweven en terugkeren naar jezelf, omdat de ander ze niet wil horen. Om vervolgens ’s-nachts om je hoofd te blijven zoemen. Dit is de machteloosheid van de naaste doordat de ander jouw woorden niet wil of kan ontvangen.
Zo mooi hoe Resi, hoe jong zij ook was, gevoelsmatig reageerde vanuit liefde en intuïtie. En dat kan niet verkeerd zijn. De luikjes waarover ze het heeft, in haar hoofd en bij haar vader, dat zijn plekken waar je niet altijd toegang tot kan hebben. En achteraf sijpelt er informatie uit, die je dàn wijzer maakt, maar tóen kon je alleen maar reageren met de informatie die de ander jou gaf.
Alle nabestaanden benoemen hoe lastig het is om er met anderen over te praten, met mensen die dit niet meegemaakt hebben. Wat zeg je, is er een “light-versie”? Want het is een lang en zwaar verhaal, wil de ander dit wel horen en kan jij het wel overbrengen zoals het was? Ook vinden ze bij elkaar herkenning in de reacties die ze krijgen vanuit hun omgeving. Zelfmoord is nog steeds een beladen onderwerp, er zijn geen oplossingen, er zijn nauwelijks troostende woorden.
Ik kon dit boek niet wegleggen, door de zeer vlotte wijze waarop het geschreven is. Niet dramatisch, maar juist nuchter en eerlijk. Soms beschouwend en tegelijk word je meegezogen in de levens van Resi en de geïnterviewden, door onder andere haar beeldende wijze van schrijven: “ik loop rond met het gevoel alsof mijn huid eraf is, alles doet pijn”.
Het boek is het ook waard om te lezen als je niet van dichtbij zelfdoding hebt meegemaakt. Want het gaat ook vooral over het kunnen en leren praten over gevoel, over alleen zijn, over het vanzelfsprekende en soms ongrijpbare leven. Over samen leven. En hebben we niet allemaal iemand in de omgeving die het leven zwaar vindt?
Alle ” kinderen van…” ervaren het schuldgevoel, de woede, de onzekerheid over erfelijke belasting, de vragen zonder antwoorden. “Is er een knop die je had kunnen indrukken om diegene tegen te houden”? De impact op hun leven en identeit is enorm.
Hoe ga je verder? Het is voor vele kinderen een lange weg. Ze praten met lotgenoten en in gedachte met de overledene, met vrienden en familie. Ze uiten hun emoties en blijven vragen stellen. Het helpt, zelfs als de antwoorden niet komen. Het draagt allemaal bij om uiteindelijk te leren leven met het verlies, dat bij hen blijft, door de liefde verbonden. De inzichten en herkenbare situaties in dit boek kunnen andere “kinderen van” steun en troost geven. En misschien wel incomplete antwoorden die toch helpen op de weg naar een leven met liefde, gemis en rouw.
“Het rouwen , niet om de dood, maar om het ontbreken van leven” (uit “na de val”)
Reacties :